Statcounter

maandag 15 januari 2018

Zaterdag 1 juli: onderweg naar Dong Hoi

We werden al om half 8 met een busje opgehaald, maar konden vanaf 6.00 uur ontbijten, dus we konden nog 1 keer genieten van het fantastische buffet van dit heerlijke hotel.


Met nog 2 AustraliĆ«rs, 3  Nieuw Zeelanders, de chauffeur en gids Thrang (call me Jerry) vertrokken we.


Onderweg zouden we stoppen bij de Marble Mountain en dan door de Hai Van pas en via een Japanse brug naar Hue rijden. Daar konden we overstappen op de bus naar Dong Hoi.
De Marble moutains bestaan uit een paar flinke heuvels waarvan alleen de water mountain te bezichtigen is.


We namen de lift naar boven want het was bloedheet en we dachten dat we boven nog best genoeg trappen konden lopen. Dat bleek ook zo te zijn. In de berg zijn diverse grotten die je kunt bezichtigen en er zijn een paar tempels.











Ik zou er niet voor omrijden, maar als je er toch bent is het leuk om te zien. In een van de tempels was een ceremonie bezig. We hadden jammer genoeg niet genoeg tijd om lang te kijken, maar ik vind dat toch altijd intrigerend.

De tocht door de Hai Van pas was fantastisch. Wat een prachtige uitzichten op de zee en Danang. Achteraf had ik liever onderweg een paar keer gestopt om foto’s te maken, want bovenop de berg bleek het weer een vieze bende. Overal lag afval en we hebben onze gids op het hart gedrukt door te geven waar hij maar kan dat mensen anders met afval moeten omgaan omdat het toeristen anders niet meer naar Vietnam willen komen. Hij was het er helemaal mee eens en vertelde dat het heel langzaam aan het veranderen is.  Het uitzicht was veel minder mooi door alle elektriciteitskabels en het was er erg druk.




We maakten een stop bij een strand dat niet zo interessant was met een wel interessant verhaal dat ik inmiddels vergeten ben. Het was vooral fijn dat hier een goed toiletgebouw was waar we even konden plassen.


Daarna reden we door naar de oude Japanse brug. We vond het best een mooie brug, maar het meest bijzondere vond ik eigenlijk de inwoners van het dorp die lagen te slapen op de harde houten banken van de brug. Het is daar ook heel gewoon om op je werk een dutje te doen. Je gaat gewoon liggen waar je op dat moment bent. Er hing een hele serene sfeer in het dorp. Alles ademde rust uit.





De tocht was met deze tussenstops prima te doen en we hadden prachtige uitzichten onderweg. Deze route zouden we terug met de trein doen en de trein rijdt een groot stuk vlak langs de kust.



In Hue zouden we bij een reisbureautje afgezet worden op nummer 39. Het busje reed weg en toen bleek op nummer 39 een cafeetje te zitten waarvan de eigenaresse geen Engels sprak. Maar het was al snel duidelijk dat we niet op de goede plek waren. Bij een hostel in de straat hebben we gebeld naar het bureautje waar we geboekt hadden en toen bleek nummer 39 nummer 49 te moeten zijn.  Door naar nummer 49. Daar leek het alsof onze reservering niet bekend was en de man achter de balie deed er van alles aan ons te overtuigen dat we beter in Hue konden blijven, want wat moesten we nou in Dong Hoi. Daar was toch niets te beleven. En bleven we daar 3 nachten? Dat was helemaal absurd. We gingen er wel een klein beetje van twijfelen; we waren inmiddels moe, oververhit en hongerig, maar hielden toch vol dat we met een bus mee wilden. Dat werd geregeld en om 16.00 uur moesten we terug zijn om de bus van 16.30 uur te kunnen halen.
We hadden 2,5 uur in Hue en we besloten naar de beroemde Imperial City te gaan om daar toch iets van gezien te hebben. Onderweg zouden we dan wat eten. De rugzakken konden we gelukkig bij het tourbureautje laten staan. Het was best ver lopen, we hadden het snoeiheet en we vonden geen eettentje.


Na met een taxi verder gegaan te zijn bleek er ook in de oude stad niets anders te krijgen dan een voorverpakt duur croissantje en we besloten we dan maar op de terugweg te eten. De oude stad viel ons wat tegen. Het is groot en best mooi, maar ons kon het niet echt boeien.


We lieten ons afzetten in de straat waar we moesten zijn en aten daar een prima bord noodles.


Keurig op tijd stonden we weer bij het bureautje binnen waar we tot 16.50 wachtten om te horen dat we naar de overkant van het kruispunt moesten gaan omdat daar de bus aan zou komen.
Toen de bus om 17.00 uur kwam hoorden we van een vrouw dat dat niet onze bus was en dat we bij het tourbureau moesten wachten. Daar stopte een bus en een vrouw zei dat we voor het tourbureau moesten gaan staan om daar te wachten. We hadden net gehoord dat de bus er na 5 minuten aan zou komen, dus dat was gek. Daarna zei ze dat we toch op onze plek moesten blijven. Om 10 over 5 zei ze dat de bus er na 10 minuten aan zou komen. We kregen ook ineens een nieuw ticket. Nu hadden we ineens aangewezen plaatsen. De bus kwam en dat bleek een sleeper bus te zijn. In die bus trek je gelijk bij binnenkomst je schoenen uit die je in een zakje bij de chauffeur laat. Dan loop je op de met zachte kussen bekleedde gangpad naar je gereserveerde stoel en klim je erin. Er zijn 3 lange rijen stoelen in de bus van 2 verdiepingen. Wij zaten bovenin. Ik vond het best nog een klusje om in de stoel te klimmen, want het was allemaal nogal smal. Toen we eenmaal zaten kwamen we erachter dat we niet in de goede stoelen zaten, maar hoewel er later regelmatig verwarring was over stoelen en er mensen  met veel bombarie verplaatst werden konden we blijven waar we waren.


Ik zat eigenlijk best prima. De achterleuning van de stoelen kan versteld worden, waardoor je best onderuit kan liggen en je benen liggen recht naar voren. Ik kon ze precies strekken, maar Maarten zat de hele weg met gebogen knieĆ«n en voor hem was het dus een stuk minder comfortabel.  Tegen 6 uur vroegen we ons af of er een etensstop zou komen of dat er ineens mensen de bus in zouden komen die eten verkochten. Toen het buiten donker werd gingen de lichten in de bus uit en na een tijdje stopten we inderdaad bij een busstation. Iedereen liep de bus uit, pakte een stel afgetrapte slippers uit een krat en ging naar een balie waar je eten kon kopen. Voor 50.000 dong (€ 2) kreeg je een flink  bord vol.





Na enige twijfel kochten we ook maar zo’n bord en eigenlijk hebben we prima gegeten. Een bord was meer dan genoeg voor ons samen. Na een half uur werd er een keer getoeterd en binnen een half uur waren we weer onderweg.
Rond 9 uur werden we langs de kant van de weg uit de bus gezet en dankzij google maps konden we zien dat we nog een kwartiertje moesten lopen voor we in het Tan Binh hotel in Dong Hoi waren.
De hotelkamer zag er qua inrichting mooi uit, maar vooral de badkamer was niet echt heel schoon. Eenmaal gesetteld wilden we nog even iets gaan drinken, maar in het hele hotel was om 10 uur geen drankje meer te krijgen. We liepen buiten een rondje en belandden op een terras in de buurt, waarvan de bediening erg enthousiast was, ons een lauw biertje en een lauwe cola bracht en vervolgens de boel af ging sluiten. Toen zijn we maar naar bed gegaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten